Het verwijderen van een pleegkind uit een pleeggezin is vergelijkbaar met een verlies, en elk verlies kan rouw veroorzaken.
Als je wilt weten hoe pleegouders rouwen dat is dit artikel voor je geschreven. En voor wie nu rouwt om een kind vergeet het nooit: Je geeft om dat kind(eren), en dat is voor dat kind een lichtpunt. Dit is zo voor elke ouder die geconfronteerd wordt met oudervervreemding of je nu een zorgouder, grootouder of plusouder bent of de mama of papa bent. Je kunt het rouwproces dat ik hier beschrijf als pleegouder op dezelfde manier ervaren als oudervervreemding een kans krijgt.
Ik zou durven zeggen dat het zo moet zijn want hoe anders moet een pleegouder zijn? Een pleegouder is iemand die met zijn volledig hart houdt van zijn pleegkind! Op enkele uitzonderingen, die er een business van maken.
En het gevolg daarvan is onmetelijk verdriet wat de reden ook mag zijn bij zo’n verlies van je pleegkind. Ons hart is gebroken wanneer ze je verlaten. Het is als mijn eigen kind verliezen. Wij als pleegouders en ook onze kinderen voelen rouw en verlies. En ik heb geweend en geweend in het afgelopen jaar.

Rouwen is een talent!
Maar ik denk ook dat het een talent is. Mijn tranen en mijn gebroken hart, ook die van mijn vrouw en onze kinderen, naast de tranen en het gebroken hart van zijn moeder, zijn er omdat we één van de weinigen zorgouders die zo veel van L. hebben gehouden en houden. Dat als hij ons verlaat, ik hem een geschenk geef van mijn hart. We L. een geschenk geven van ons hart.
De tranen kunnen de eerste tranen zijn dat L. (of een ander pleegkind of vakantie kind) meemaakt voor hemzelf.
En ik weet zeker dat hij dat ook als een geschenk en een troost ziet. Hij weet dat we hier echt van hem houden. Wat niets zegt over de intenties van anderen, maar veel over de onzekerheid waarin hij dient te leven. De echtheid van onze gevoelens gaven hem een zekerheid die hij verliest als hij ons te lang moet missen. Maar dat er ergens iemand is die van hem houdt dat verliest een kind niet!
Shock
Weet je, het eerste stadium van het aanhoren van een “neen” op onze vraag voor ondersteunende pleegzorg voor L. door de jeugdrechter is shock. Het eerste stadium van het aanhoren dat L. naar een instelling moest door een rechter was shock. Het eerste stadium van te horen dat er een pleeggezin gevonden is waarin hij in de volgende drie weken zou gaan in wonen was shock.
Dat we hem pas na 6 weken zouden terugzien was shock! L. gedurende 10 weken in de coronacrisis niet zouden kunnen vastnemen was shock. Dat we nu 10 weken moeten wachten om hem 8 uur misschien (vrijwilligheid) te mogen bij ons hebben is shock!
En ik weet dat het verkeerd is! Toen ik in shock was, dacht ik dat ziet er niet goed uit.
Het is een oordeel maar ook grote bezorgdheid.
Met zijn laatste verjaardagsfeestje bij ons gaven we hem een kussentje met onze foto’s en “we zien je graag” erop. Uiteindelijk in de auto toen hij uitstapte had hij dat stevig vast. Ik gaf hem een kus en zei tot de volgende vakantie schatje.
En toen het afscheid voorbij was en we terugkeerden naar huis hadden we in de auto ruzie. Het zag er niet goed uit en ik was ontroostbaar. En toen we thuis kwamen hebben we veel geweend want L. is ons kind.
De statistieken over hoe het verloopt met pleegkinderen zijn heel erg ontmoedigend.
En hoe meer ze meemaken hoe erger het wordt. In veel omstandigheden herhaalt de geschiedenis zich van misbruik en verwaarlozing.
Daarom vind ik het zo goed dat we steeds hebben herhaald en zullen herhalen, dat je belangrijk bent voor ons. Zo proberen we te vermijden dat de geschiedenis zich blijft herhalen. Zijn moeder heeft ook allerhande misbruik meegemaakt. Dat je belangrijk bent voor ons! Dat we bezorgd zijn om je, en dat we je familie zijn die voor altijd van je zal houden. En op één of andere manier is die persoonlijke boodschap doorgedrongen tot L. tot nu toe!
En als ik daaraan denk, dan schieten mijn ogen ook vol, uit dankbaarheid.
Maar ook schuldgevoel dat ik niet meer heb kunnen doen om die situatie van L. die ons zo graag terugziet, te vermijden. Zoals, hebben we niet te laat een goede advocaat onder de arm genomen? Hadden we ons niet tot de media moeten wenden omdat we en L. het slachtoffer werden van een dispuut tussen de lokale bijzonder jeugdzorg en de lokale pleegzorg?
Van bijzonder jeugdzorg hebben we nooit nog iets gehoord en van de pleegzorgverantwoordelijke zou ik het sh*t noemen wat er nog over de zaak L. is gezegd. Een email hebben we met het zinnetje dat we het 9 maanden goed hebben gedaan voor L.
Maar de lokale pleegzorg heeft gefaald in de aanpak van L. Ik zweer je, ik zal dat niet meer toelaten en het motiveert me elke dag. We kunnen het niet laten gebeuren dat kinderen beneden de 3 jaar in instellingen terecht komen omwille van het ego van verantwoordelijken in de jeugdzorg. Er zijn pleeggezinnen tekort, maar we waren zijn thuis, zijn familie. Maar het mocht niet!
Er zijn meer dan 6000 kinderen in de pleegzorg. De nood aan pleeggezinnen groeit meer en meer, en het op die manier aanpakken zoals nu gebeurd is bij ons heeft zijn invloed voor generaties. We vermoeden dat meer dan 1000 kinderen wachten op een gezin. En zoals je weet komen veel vluchtelingenkinderen in de mensenhandel terecht!
Zijn we dan een alleenstaand geval?
Het is een systeem dat in crisis is bevestigd dit rapport van HoGent!
“Kinderrechten
voeden de Omgevingsanalyse
voor het
Vlaamse Jeugd- en Kinderrechtenbeleidsplan 2020-2024″
Je kunt dat rapport hier downloaden.
Mijn conclusie: Heel weinig cijfers van pleegzorg, maar wel de duidelijkheid dat er veel te weinig pleeggezinnen zijn. En dat er onder de professionelen veel te weinig samengewerkt wordt.
Ik begrijp volledig dat niet iedereen een pleeggezin kan zijn, en dat velen schrik hebben van het verdriet dat ze zullen meemaken als hun pleegkind vertrekt om één of andere reden.
Het is het moeilijkste wat ik tot nu toe in mijn leven gedaan heb, en beide kinderen maken me op hun manier een beter persoon. Maar het is hard.
Maar ik weet dat iedereen iets kan doen:
voor jeugdzorg en voor pleegzorg in het bijzonder namelijk verspreiden van de informatieavonden over pleegzorg, lezen over de traumacontext van pleegkinderen zoals in het boek van kwetsuur naar litteken, vrijwilligerswerk doen zoals leesmoeder of leesvader in scholen zodat de kwetsbare kinderen extra hulp hebben.
Gezinnen die het moeilijk hebben de weg tonen naar hulpverlening, want er is geen automatisch toekenning van de hulp. Naar zulke gezinnen toestappen in plaats van achter je loket te blijven.
Als je ervaring hebt met pleegkinderen tips uitwisselen onder elkaar want de input van de experts is niet evident. Je kunt meehelpen in een vriendenkring van een school zodat de meest kwetsbare gezinnen worden geholpen. Je kunt als ouder of grootouder met kinderen in een school de kwetsbare kinderen steunen in plaats van ze als last te beschouwen.
Maar ik kan eerlijk gezegd natuurlijk niet de wereld veranderen en niemand kan de wereld veranderen.
Maar voor de kwetsbare kinderen dat je verkiest te helpen is op één of andere manier, voor deze kinderen hun wereld wel veranderd door je tussenkomst. En jaren later, dat pleegkind dat je hebt geholpen zal misschien je naam niet meer weten, al hoop je van wel. Best mogelijk dat ze ook je gezicht niet meer herkennen.
Een voorbeeld: Juf Nicole ontdekte bij Annemie op 15-jarige leeftijd dat ze een gehoorstoornis had en dat afhankelijk van waar ze zat in de klas haar resultaten drastisch verbeterden. Voor Annemie was dit een wereld van verschil.
Maar jaren later zullen kwetsbare kinderen toch iets herinneren van je tussenkomst: dat er iemand was, al was het tijdelijk, die om hen gaf. Dat er iemand was die van hen hield. En dat is de manier hoe we de kinderen die in een crisis verkeren een beetje helpen te genezen en de kinderen in pleegzorg helpen.
Vergeet niet dat er nu in je omgeving een kind is dat hoopt dat er iemand zou zijn dat hem of haar helpt.
Als dan de verwijdering meermaals plaatsvindt snijden de wonden bij zowel pleeggezin als pleegkind steeds dieper.
Een van de moeilijkste aspecten van het zijn van een pleegouder is het moment waarop het pleegkind het huis verlaat. Daar wordt door de pleegzorg dienst ook heel weinig over gepraat, noch is er een begeleiding voorzien in zo’n situatie. Ik denk dat daardoor veel goodwill verloren gaat.
We kregen de reactie te horen dat we er dan maar niet voor gekozen moesten hebben en dat we de rouw van onze andere kinderen aan onszelf te danken was. M.a.w. het was ons eigen fout.
Want we waren ingegaan op de vraag van bijzondere jeugdzorg om als netwerk van het kind in een dringend veiligheidsprobleem in ons gezin op te nemen. We waren in de veronderstelling net omdat de verantwoordelijke van bijzondere jeugdzorg dit zo stelde dat een langdurige plaatsing van het pleegkind een feit zou zijn. Dat een akkoord van pleegzorg geen probleem was. Bijzonder jeugdzorg zou het wel vragen.
Echter, dit weigerde de plaatselijke pleegdienst om dit kind als een netwerkplaatsing te aanvaarden. Er werd zelfs geen netwerkscreening gedaan! Ze voelde zich “in haar gat gebeten” en “het dossier kon haar ook weinig schelen” zei ze. (authentieke uitspraken van de verantwoordelijke)
Kortom, we krijgen geen toezegging voor een netwerkplaatsing, waardoor de duur alleen maar 3 maanden was, verlengd met 3 maanden en uiteindelijk door het protest van de ouders bij de Jo-lijn, nog eens 3 extra maand in de vrijwilligheid. Hadden we maar dit kind volledig in de vrijwilligheid opgenomen, zonder de “expert” begeleiding van pleegzorg.
De pijn van afscheid nemen en de verlatingsangst van L.
Kortom, we werden en worden gedurende een hele tijd telkens opnieuw geconfronteerd met de pijn van het afscheid, zowel het crisispleegkind, als ons pleegkind als iedereen van ons gezin en familie die nauw betrokken was.
We werden geconfronteerd met die pijn en schrik door de niet erkenning. Er was de onbestaande geweigerde begeleiding, de grove aanpak, het niet bestaande verslag van deze plaatsing.
Daarbij kwam nog de niet doorstroming van onze ervaring met ons crisispleegkind gedurende de 6 officiële maanden, en zeker gedurende de periode van vrijwilligheid. Annemie maakte een verslag op van sterktes en zwaktes van L. Een stagiaire van de instelling had uren een gesprek over hoe we L. ervarenden.
Maar elke dag dat L. langer bij ons was was een dag waar we konden werken aan het herstel van de trauma’s van het crisispleegkind. Hij werd elke dag een beetje meer fysiek en emotioneel sterker en leerde veel bij! Maar elke dag was ook een dag waar het einde kon aangekondigd worden.
We voerden een strijd om te vermijden dat dit pleegkind dat toen 19 maand was in een instelling terecht zou komen.
Al de brieven die we en onze vrienden schreven maakten geen verschil! We kregen zelfs geen reactie van de Jo-lijn! Dit maakte het verlies nog ondraaglijker. Toch kregen we te horen via een dagvaarding dat de Procureur vond dat we te weinig gehoord werden. We werden verplicht door pleegzorg voor een korte overgang naar een instelling van L..
Die overgang werd voorzien in 1 maand. Uiteindelijk op weg naar de instelling kregen we te horen dat het niet doorging, en keerden we terug naar huis voor 3 maanden in de vrijwillige plaatsing met L. 3 maanden later deden we die rit opnieuw.
Dit allemaal zonder maatschappelijk onderzoek dat ons werd beloofd.
In de jeugdrechtbank kom je terecht in een hoorzitting, maar actief luisteren is een vaardigheid die van rechter tot rechter verschillend is, en van situatie tot situatie.
We hadden zeker niet het gevoel dat de hechting van 9 maanden verblijf, de 14-daagse weekeinden en de helft van de vakanties in de periode waar hechting van het kind het sterkst is (vanaf 10 maanden tot 3 jaar) dat dit doordrong.
Meer dan 1 jaar hadden we L. onder onze hoede op een belangrijk moment in zijn leven. Het stond zelfs niet in het verslag voor de rechter van de jeugdrechtbankconsulente. Dat verslag werd eigenlijk opgemaakt zonder dat we daarvan op de hoogte waren, en zonder een persoonlijk gesprek met de assistente van de jeugdrechtbank.
Annemie kreeg zelfs niet de kans om haar pleidooi af te maken in de jeugdrechtbank op 6 augustus 2021.
Precies een jaar voordien werd door een andere rechter ons chronologisch fotoboek over die hechting als weinig belangrijk voor een beslissing afgedaan. Door dat we toen geen advocaat onder de arm hadden genomen, is wat van die hechting in het verslag stond zelfs niet geweten.
Ten slotte besliste een vakantiejeugdrechter de bevestiging dat op de dag van de lockdown 18 maart 2020 ons crisispleegkind tegen 12 uur in de instelling moest zijn.
We hebben dan een periode van 10 weken meegemaakt waar we enkel ons crisispleegkind van nog geen 2 jaar konden zien en spreken via videochat.
Na 10 weken mochten we weer eens een wandelingetje in de omgeving maken met mondmasker op. Daarna waren we 14-daagse ondersteunende pleegouders, en ook in de helft van de vakantie. Elk afscheid was pijnlijk voor ons pleegkind en voor ons gezin.
Met telkens de angst of ons crisispleegkindje er een traumatische ervaring, of stoornis zou geïnternaliseerd hebben.
De onzekerheid over de toekomst van je pleegkind is zeker een constante.
De confrontatie met zijn spanning, zijn woede en tenslotte zijn ontspanning tijdens die korte periode waar hij weer thuis kwam, met daarna opnieuw een pijnlijk afscheid aan de instelling was heftig.
Maar er is ook het bewijs dat zo’n beslissing genomen wordt door een jeugdrechter op gefilterde feiten en zelfs fouten. In onze situatie was dat zonder sociaal onderzoek, en zonder pleegzorg begeleiding, laat staan correcte verslagen, waarop de verschillende pleegzorgdiensten kunnen bouwen.
Als pleegouders werd ons huis een plek waar dit crisispleegkind via het pleegzorgsysteem geplaatst voor een bepaalde tijd, met als doel in de toekomst herenigd te worden met zijn familie, gezien de ouders bij ons netwerk horen. Zelfs buren en familie van L. behoren tot ons netwerk.
Ook geen woord dat er een band was met de beide moeders. (pleegmoeder en biologische moeder) En dat we ook met de andere kinderen in dit crisisgezin contact onderhielden.
Voor sommige pleegkinderen is hereniging onmogelijk en komen enkele rechten van de biologische ouders te vervallen.
Sommige ouders vinden het zelf niet mogelijk om zo’n hereniging te doen en vinden de pleegplaatsing met een bezoekregeling in het belang van hun kind. Andere biologische ouders vinden dat ze de hereniging wel aankunnen, maar toch zal in sommige gevallen het kind dan in de week in een instituut geplaatst wordt.
Als de rechten van biologische ouders vervallen komen deze kinderen in sommige landen beschikbaar voor adoptie, en sommige pleegouders maken hun eigen pleegkind inderdaad door adoptie tot een blijvende toevoeging aan hun gezin. Andere gezinnen maken een ander pleegkind door adoptie tot een blijvend lid van hun gezin.
In andere situaties wordt het een langdurige pleegplaatsing die eerst elk jaar opnieuw geëvalueerd wordt en daarna om de 3 jaar.
Blijkbaar is het van uit de jeugdrechtbank een verplichting om dan net voordien door een assistente een verslag op te maken en in het beste geval contact te hebben met alle betrokkenen.
Dan krijg je als pleeggezin de pleegzorgbegeleider en de assistente van de jeugdrechtbank over de vloer. Je voelt als pleegouder de spanning om niet over de opvoedingsproblemen te praten en zeker niet de meningsverschillen en mankementen in de begeleiding van de pleegzorgdienst ter sprake te brengen.
Wat er uiteindelijk in het verslag komt te staan waarop de jeugdrechter beslist kom je alleen maar te weten als je laat begeleiden door een advocaat die het dossier opvraagt. In onze zaak was het dossier zelfs niet op de rechtbank aanwezig. Maar we vermoeden dat dit verslag geen onafhankelijk verslag is, maar gestuurd vooral door de “experten” van de pleegzorgbegeleiding.
Rouw van pleegouders met ervaring!
Toch hebben we het geluk gehad dankzij een netwerkplaatsing via pleegzorg, maar feitelijk ook door onze band met een crisispleeggezin en de dringendheid tot langdurige plaatsing (crisisplaatsing van een kind is beperkt in tijd) en het gebrek aan pleeggezinnen om 1 kind reeds meer dan 9 jaar in ons pleeggezin te hebben.
Van adoptie is er evenwel geen sprake, noch vanuit de biologische vader, noch vanuit de pleegzorgdienst.
Het adopteren van een kind uit een (ander) pleeggezin komt weinig voor in Vlaanderen.
Er zijn trouwens heel weinig cijfers die de pleegzorgdienst vrij geeft over hoeveel kinderen geplaatst worden (ook niet over het geslacht, leeftijd) in gezinnen en in instellingen en de duur daarvan. De uitval zowel langs de kant van het pleegkind als van de kant van het pleeggezin zijn ook moeilijk te vinden en weinig recent.
Als hereniging met de biologische ouders onmogelijk is, plaatsen ze veel pleegkinderen bij de biologische familie geplaatst. Ook hoeveel kinderen ze na een bepaalde periode dan uiteindelijk via het familiale en het netwerk plaatsen weten we hier in Vlaanderen niet. Hoeveel stappen deze kinderen in de bijzondere jeugdzorg gezet hebben tot hun 18 jaar is ook niet duidelijk. De rouw van pleegouders vergroot telkens als hun kind geen stem krijgt in de jeugdzorg!
Het huis verlaten betekent rouw van pleegouders.
Wat de reden ook is waarom kinderen vertrekken, hetzij door hereniging met biologische ouders of in een instelling met broer of zussen terecht komt, dit betekent rouw en verdriet voor pleegouders. Het kind van wie ze houden verlaat het huis. In onze “zaak” beschouw ik dit als pleegoudervervreemding. Erken dan toch dat oudervervreemding plegen een strafrechtelijk misdrijf is. Zie de petitie hier.
Kinderen kunnen ook vertrekken uit het pleeggezin omdat het pleeggezin dit de beste keuze vindt. Onoverkomelijke moeilijkheden met andere kinderen bijvoorbeeld kunnen de oorzaak zijn. Het pleegkind kan een gedragsstoornis ontwikkelen. Maar het pleegkind kan ook de keuze maken om naar de biologische ouder(s) te vertrekken om een al dan niet gepaste reden.
Voor veel pleegouders is het gebrek aan contact met een voormalig pleegkind na hereniging een tijd van diep verdriet en rouw. Er is geen echte afsluiting noch opvolging voorzien voor ex pleegouders.
Sommige pleegouders maken mislukte adopties mee of ze maken mislukte hereniging mee.
Het oorspronkelijk pleeggezin is er dan het hart van kapot. Dat brengt heftige rouw van pleegouders met zich mee.
Dit is natuurlijk ook zo als een pleegkind naar een instelling moet of in een ander pleeggezin geplaatst wordt. We werden niet aanvaard als netwerkplaatsing, werden als te oud beschouwd, hadden geen attest voor bestandsgezin, en in tegenstelling tot de verantwoordelijke van bijzondere jeugdzorg werd behoren tot het professionele netwerk door de lokale pleegzorgdienst als een minpunt beschouwd.
Als dan om één of andere reden een pleegplaatsing of een adoptieplaatsing mislukt dat is er altijd wel één zorgouder waarvoor het verschrikkelijk pijnlijk is, verdriet en rouw ondervindt.
Rouw van empathische zorgouders.
De keuze die zorgouders maken om voor een kind te zorgen, de tijd dat ze hebben gezorgd voor het kind, daar hebben ze een intense band mee opgebouwd. Meestal voelen deze empathische mensen ook sterk het verdriet en de onzekerheid en moeilijkheden van deze kinderen aan.
Dat allemaal kan sterk overweldigend zijn. De corona crisis maakte het nog meer pijnlijk. Gezien we in de eerste 9 maanden sterk betrokken waren met alle gezinsleden was het op zijn minst gezegd één van de moeilijkste overgangen omdat we veel beslissingen niet konden nemen met de nodige feiten.
We hadden weinig de juridische ervaring, de face-to-face-contacten en transparantie was er niet. Sowieso is de werkwijze aan de jeugdrechtbank voor velen ontoegankelijk en weinig voorspelbaar.
Heel eenvoudig, we rouwen om het verlies van een kind.
Elk pleegkind is anders en elke plaatsing in een nieuwe t(e)huis roept verschillende emoties op. Als pleegouder kunnen er van die kinderen zijn waar we geen sterke band mee hebben, vanwege emotionele of gedragsproblemen, maar ondanks dat is er toch een band met deze kinderen.
De intense zorg die we onze baby crisispleegkind en de snelle vooruitgang die we zagen bij L. maakte ons ook intens gelukkig.
Sommige pleegkinderen zullen zo moeilijk zijn omdat ze misschien zelfs moeten worden verwijderd voor de veiligheid van iedereen. Toch zullen andere pleegkinderen onze harten stelen, een dierbaar en geliefd lid van onze families worden, waardoor je hart gebroken wordt als ze je moeten verlaten. Dit wordt dan nog versterkt door de korte pijn visie.
Wanneer een pleegkind ons huis verlaat, ongeacht de mate van gehechtheid, zullen er “emoties” zijn wanneer het tijd is om afscheid te nemen, zowel voor onszelf als voor het kind. Wees gerust, veel pleegouders voelen verdriet bij het weghalen van hun pleegkind, omdat het kind een belangrijk en geliefd gezinslid is geworden.
Het verwijderen van een pleegkind uit een pleeggezin is toch een verlies, en elk verlies kan rouw met zich meebrengen.
Er zijn momenten waarop de verwijdering van een pleegkind plotseling kan komen, en zonder voorafgaande waarschuwing.
Pleegzorg hanteerde namelijk het uitgangspunt van “korte pijn”. Het maakt voor hen niet uit wat de hechting is en ongeacht de leeftijd van het kind. We hebben maar een paar dagen, of zelfs een paar uur, voordat ons kind uit ons pleeggezin gaat verhuizen. Onze geplande vakantie samen viel ook in het water. En dan is het wachten op de goodwill van een systeem in crisis.
Dit kan zijn vanwege een gerechtelijk bevel, gezondheidsredenen of plaatsing in een ander pleeggezin. Andere keren brengt men de pleegouders ruim vooraf op de hoogte. Wanneer ons dat wordt verteld, zullen er zeker emoties bij betrokken zijn, zowel voor onze families als voor het pleegkind.
Men onthield de nieuwe pleegouders de ware toedracht van onze invloed op L. en zijn hechting aan ons. Daardoor ontstond een onnodig spanningsveld dat L. aanvoelde. L. beschouwde en vertelde over ons als zijn mama en papa. Ook dat zorgde voor verwarring!
Het verdriet, de rouw van pleegouders wanneer een kind weggaat, kan overweldigend en verterend zijn.
Mensen drukken verdriet uit op verschillende manieren, afhankelijk van het individu. Rouw van pleegouders is persoonlijk. Zorgouders zullen tranen vergieten en huilen, terwijl anderen het binnenhouden.
Anderen zullen zich met een taak bezighouden, terwijl anderen afstandelijk en ver weg lijken. Sommigen zullen het systeem de schuld geven, terwijl anderen aan een depressie zullen lijden.
Het vertrek van ons kind uit de pleegzorg bij ons thuis kan verwoestend zijn voor ons gezin. Dezelfde gevoelens voelt ons pleegkind wanneer men hem uit ons huis verwijdert en plaatst in het onbekende.
De onduidelijkheid over het weerzien, want nu geschiedt dit in de vrijwilligheid, de lange termijn tussen de vakantieperiodes (10 à 12 weken – voor een kind van 3 jaar) maakt het niet minder gemakkelijk. Maar gelukkig tot nu toe is het afscheid niet definitief, maar wel onzeker door de vrijwilligheid van de relatie van de nieuwe pleegouders met ons.
Het is afhankelijk van de nieuwe pleegouders, maar vooral van de pleegzorgdienst, en de specifieke pleegzorgbegeleider en haar team. De samenstelling van dat team weten we uit ervaring verandert nog al veel.
Ik heb L. bij me en mijn gezin zien komen wonen en daarna naar andere huizen zien verhuizen.
Mijn vrouw, mijn plusdochter, pleegkind en ik zijn van L. gaan houden. We hebben voor hem gezorgd alsof hij van ons was en hebben hem op dezelfde manier behandeld als alle anderen in ons huis; biologisch, pluskind of pleegkind.
Elke keer dat L. vertrekt, ervaren mijn vrouw en ik een groot verlies, zelfs met de troost van de wetenschap dat L. naar een goed en veilig thuis is gegaan.
Dat was niet steeds het geval voor enkele van onze kinderen die kozen om bij de andere ouder te wonen en een tijd niets van hen lieten horen (2 tot 3 jaar) door oudervervreemding.
Er zijn tijden geweest dat mijn vrouw en ik in diepe rouw gezonken waren, en dagenlang het huilen me nader stond dan het lachen.
We hebben allebei veel tijd doorgebracht om onze pleegkinderen en kinderen in gebed op te tillen. Gelukkig droeg onze kleine familie, prachtige vrienden en fijne gemeenschap in die moeilijke tijden.
We luisterden naar Christelijke muziek tijdens de dag, en ‘s nachts waren we gebeden aan het zeggen, of een gesprek aan het voeren met God. Er zijn veel nachten geweest waar we bleven praten. En ik teveel rookte waardoor ik de dag daarna me meer zombie dan mens voelde.
Natuurlijk is het moeilijk om pleegouder te zijn.
Het verdriet wanneer L. weggaat, kan overweldigend en verterend zijn. Het is als het verliezen van een kind, een lid van onze familie. Toch wil ik niet opgeven als L. weggaat, ondanks dat mijn hart zwaar is.
Wat ook de omstandigheden van die dag zijn, een nieuwe vriend op bezoek, mooie zon, vakantie of een feest met familie in een prachtige locatie, het lezen dat je rol als pleegouder voor een kind afgelopen is, is zwaar zoals op 18 augustus 2021. Ik heb enkele dagen nodig om mezelf terug te vinden. Schrijven helpt bij me!
Er zijn op dit moment andere kinderen die een huis en een gezin nodig hebben.
Op dit moment heeft een kind ons nodig om van hem te houden. Er is op dit moment een kind dat JOU nodig heeft om van hem/haar te houden. Er zijn de kinderen, kleinkinderen, en de vriendjes van, de kwetsbare kinderen en de kinderen in armoede, de vluchtelingenkinderen waarmee we contact hebben die ook JOU nodig hebben. Wat er ook aan verdriet aanwezig is, wat ook het gemis is, je bent de hoop van zo’n kwetsbaar kind.
Dat zal je blijven wat ook de sh*t is dat anderen denken.
Steun elkaar in de commentaren!
Als dit artikel resoneert met je, deel het dan alsjeblieft. We houden onze blog volledig zonder advertenties en delen helpt ons om meer mensen op hun reis te helpen. Volg ons ook op sociale media. Geef deze tekst een waardering door uw commentaar en like.
Lees meer


We zijn benieuwd naar je reactie hieronder!Reactie annuleren